Plantaardige en natuurlijke kleurstoffen

Ongekleurde garens wachten op hun kleurstoffen.

Het kleuren van garen is een ware kunst en er zijn vele manieren waarondit kan. De oorspronkelijke manier is vergelijkbaar voor vrijwel alle methoden, evenals de manier waaronde garens worden voorbereidt.

Sommige methoden kunnen worden gedaan op één dag terwijl andere kleuren soms tot wel vier dagen kunnen duren. Vroeger kon een bepaalde kleur blauw wel twee weken in beslag nemen.

Een ding is zeker, de natuurlijke kleurstoffen zijn het beste omdat zij het garen een natuurlijke zeer gepolijste en moeilijk te overtreffen glans geven.

Voor het verkrijgen van andere kleuren worden een aantal natuurlijke kleurstoffen vanuit het planten- en dierenrijk gebruikt en hier beneden beschreven:

  • BLAUW van indigo, een plant van de erwtenfamilie.

  • ROOD van de meekrapwortel, Kermes (Kermes) en cochenille (gedroogde luizen).

  • GEEL van saffraan, reseda, druivenblad of granaatappel.

  • GROEN van indigo + druivenblad, granaatappelschil of door blauw en geel te mixen.

  • BRUIN van walnotendop of eikenbast.

  • ORANJE van henna + meekrapwortel.

  • BEIGE van walnotendoppen, granaatappelschil.

  • ZWART van indigo + henna.

Behalve deze kleuren verkrijgt men ook wit, zwart en grijs van de natuurlijke kleuren van wol.

Nadat het garen herhaaldelijk in de verfbaden is gedoopt, wordt het weggebracht om te drogen.

Naast deze voorbeelden, zoals bovengenoemd, worden er ook andere planten gebruikt om garen te verfen:

  • BRAZILIAANS HOUT: een boom die voornamelijk groeit in Brazilië, en gebruikt voor rode, paarse en zwarte kleuren.

  • CATECHU: een boom die groeit in India en Oost Afrika. Gebruikt voor bruine kleuren.

  • RABARBER: een plant met lange stengels en grote bladeren. Gebruikt voor gele en roodkoperen kleuren.

  • YELLOWWOOD: een Amerikaanse boom. Zoals de naam al aangeeft gebruikt voor gele kleuren.

Delen en vind-ik-leuk:

Vanwege de correcte inhoud is deze site bekroond met: